Broeraroem!


Bij een bezoek aan de Groignebunker in de Westhoek hoorde Maarten Inghels een bizarre ‘urban legend’. Buitenlandse troepen zouden tijdens WOI olifanten meegenomen hebben naar het strijdtoneel in Vlaanderen. Alhoewel dit totale verzinsels zijn, prikkelden ze niettemin zijn verbeelding.
Twaalf schilderijen, een videofilm en een gedicht van een Senegalese frontsoldaat vormen samen een verwarrende mix van historische feiten en fictie. Hiermee levert het kunstwerk kritiek op de stereotypes rond nieuwe culturen en vraagt het aandacht voor de bijdrage van koloniale troepen aan de wereldoorlog. Tegelijkertijd speelt het in op ons verlangen naar mythologisering en heldhaftige geschiedenissen.

 ︎ Installatie voor Kunstenfestival Watou 2023 (curator Edith Doove). Met dank aan Gideon Hakker, Robbe Maes (video), Juf Kirsten en de kinderen van basisschool De Waaier in Watou. 





De legende ontstond door een merkwaardig gebouw in Oudekapelle met een spitse hoefijzervormige ingang waarin Arabische inscripties werden aangebracht. De vrije vertaling hiervan luidt: 'Er is geen grotere god dan Allah. Als je in Allah gelooft, zal je zegevieren zoals de zege over Tadmoor en Namar'. Dit bewees de aanwezigheid van Senegalese troepen die deel uitmaakten van het Franse leger en gestationeerd lagen in de zo genoemde ‘Senegalese bunker’, gelegen tussen de 1e en 2e Belgische verdedigingslinie, op ongeveer 3km ten NW van het front.

Inghels construeerde in karton verschillende olifanten op ware grootte, naar de ontwerpen van de kinderen van basisschool De Waaier in Watou. Samen brachten ze de kudde tot leven in het Helleketelbos in Watou. Ze vormden pootafdrukken in de modder en lieten olifantendrollen achter om de urban legend aan te dikken. Van deze optocht werd een videofilm gemaakt.







Daarnaast leverde Inghels ook een gedicht aan van de Senegalese dichter Alsane Thengrim, die een directe ooggetuige van de olifant aan het front beweert te zijn. Het gedicht speelt in op de ontroerende kracht die de War Poets weten op te wekken. WO I staat namelijk bekend als the literary war waarbij duizenden verzen werden geschreven, alleen werd de stem van de gekoloniseerde troepen nog niet gevonden.

De Senegalese dichter-soldaat Alsane Thengrim (1883-1918) werd op jonge leeftijd ingelijfd bij de Franse troepen. Thengrim maakte deel uit van de 3e batterij Houwitzers (105mm), die behoorde tot het 7e artillerieregiment, dat op zijn beurt behoorde tot de 1e Belgische legerdivisie. Beschrijvingen uit de tijd zeggen dat de koloniale soldaten een kleine blauwe jas van de overzeese gebieden droegen, en een pofbroek. Velen liepen blootsvoets, met hun laarzen in de hand. Samen met vijftien andere tirailleurs sénégalais ligt Alsane Thengrim begraven op de nationale Franse begraafplaats van Saint-Charles de Potyze in Ieper. 


Fragment uit: BROERAROEM!

“het idee kwam van Khadime

niemand zal een olifant 
aan het front verwachten
zei hij, dronken van modder

ons peloton klom schouder op schouder

de onverschrokken Demba smeekte om slurf te mogen spelen
hij ging ons slingerend over het niemandsland navigeren
de broers Malick en Assane vormden de slagtanden aan zijn zij

er bestond geen twijfel dat Ousmane
de grootste schijtlaars van ons allemaal
de staart mocht zijn
bang bungelde hij achteraan”






Poet and Vagabond
Antwerp, Belgium