‘Ik moet hemel & aarde bewegen’ is een kinetische tekstinstallatie op de historische Gansakkermolen van Sint-Amands. De dichter probeert hemel en aarde in beweging te brengen en geeft hopelijk het landschap en de mensen de wind in de zeilen. De molen, als symbool van historische industriële bedrijvigheid en verbondenheid met de natuur, wordt door deze ingreep een levend kunstwerk dat de kijker dwingt na te denken over zijn of haar eigen rol in de wereldwijde ecologische crisis.


Aanleiding voor de installatie op de molen is de vraag van het unieke festival STROOM aan Maarten Inghels om voor haar editie van 2025 festivaldenker te worden. Aan de hand van zijn gedicht Ik moet hemel en aarde bewegen gaat hij driemaal in gesprek met kunstenaars, kenners en het publiek tijdens onderSTROOM. Niet enkel tijdens de gespreksavonden met Inghels zelf, maar op alle concertlocaties worden bezoekers uitgenodigd om stil te staan bij de vragen die zijn gedicht oproept: “Wat betekent verantwoordelijkheid in een landschap dat verandert? En hoe kan kunst bijdragen aan bewustwording?” Het festivalgedicht wordt zo een poëtisch kompas dat bezoekers begeleidt tijdens hun reis door de Scheldevallei.


“Zowel als mens, maar ook als kunstenaar en schrijver, worstel ik met de rol die we als individu moeten opnemen tegenover de grote problemen van deze tijd. Ik ben een kleine radar in de acceleratie van oorlog en klimaatopwarming. Wat kunnen we zelf veranderen? Helpt kunst daarbij wel of niet? Of is het aan de politici en de grote bedrijven?

Hemel en aarde bewegen wil zeggen: al het mogelijke in het werk stellen om een bepaald doel te bereiken. De versregel kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Wij moeten, ik moet, hemel en aarde bewegen om te veranderen, om iets in gang te zetten, om klimaatveranderingen tegen te gaan, om een kleine revolutie af te draaien, om de motor niet stil te laten vallen.

In het bijhorende gedicht vraag ik me af of de dichter niet beter naar buiten kan gaan om aan de revolutie deel te nemen en met volle overtuigingskracht het ‘onmogelijke’ of het ‘vanzelfsprekende’ te bewerkstelligen: “ik moet de zon en de maan overtuigen van plaats te wisselen”. Uiteindelijk belandt de schrijver weer aan zijn werktafel om ‘een kort gedicht’ over gisteren te schrijven, over wat voorbij is, over wat veranderd is en wat niet kon veranderen.”

︎ Installatie op de molen met dank aan Nationaal Park Scheldevallei, Stichting Kempens Landschap, gemeente Puurs-Sint-Amands, letterschilder Letterknecht en Nousjka Daniëls.




De schoenen van de reus

Ik vroeg mij af hoe groot de schoenen van een reus zijn.
De bekendste reus van Antwerpen is Lange Wapper die als een kwelgeest ’s nachts de dronkelappen van straat plukt.
Wat is de schoenmaat van Lange Wapper?
Ik gok 130 cm.
Dan is hij drie keer zo groot als ik en meet hij 582 cm.
Ik heb de schoenafdrukken van de reus met modder aangebracht in de straten van Antwerpen.
Tot ik bezoek kreeg van de reuzenpolitie. 



Twee stencils van klei en papier (140cmx100cm) te zien in expo ‘Walk a mile in my shoes’ in artist run space The Oracle Gallery tijdens Antwerp Art 2025 in De Studio (29 mei 2025 - 1 juni 2025), naast werk van onder andere Annea Lyvv Dreisz, Laura Geurten, Quinten Stimms, Liesbet Waegemans, Bernadette Zdrazil, Guy Rombouts...





 


Maarten Inghels is in 2025 huiskunstenaar in Sint-Niklaas om het nieuwe Mercatormuseum te verweven met de stad. Hij duikt in de kaarten, schatten en Wase curiosa, maar trekt ook de stad in. Met verrassende ingrepen in de publieke ruimte en interactieve ontmoetingen met bewoners brengt hij de cartografie buiten de museummuren tot leven.


Zijn werk wordt een artistiek antwoord op de vraag hoe we het museum en Sint-Niklaas letterlijk en figuurlijk op de kaart zetten. Zo wil hij bewoners en bezoekers warm maken voor de opening van MAP in december 2025. Want 2025 wordt het jaar van transformatie voor het STEM, dat heropent als MAP (Museum aan het Park). De unieke cartografiecollectie en de Mercator-globes spelen hierin de hoofdrol. De hele museumbeleving wordt vernieuwd en grenzen worden verlegd in scenografie en publieksinteractie.

︎ TIJDSCAPSULE

Donderdag 3 april 2025 plaatste Maarten Inghels zijn interpretatie van een stadskaart anno 2025 als tijdcapsule in de grond onder de Grote Markt.

Maarten liep in maart op Strava een route van 19 km doorheen de straten van Sint-Niklaas, het resultaat was het woord 'Utopia'. Voor Sint-Niklaas liet hij een afdruk van zijn route maken op een groene printplaat. Deze artistieke stadskaart gaat de grond in en documenteert zo het straatbeeld voor toekomstige generaties. Het is ook een knipoog naar de cartografiecollectie, waar de hele nieuwe museumervaring rond zal draaien.

︎ PAPER PLANE VENDING MACHINE

‘Paper Plane Vending Machine’ lijkt op een klassieke snackautomaat, maar in plaats van snacks krijg je in ruil voor 1 euro een papieren vliegtuigje dat je de wijde wereld in kan sturen. De vliegtuigjes zijn gevouwen van uitgescheurde bladzijden van onverkochte of ongelezen boeken, van zowel lokale auteurs zoals Gaea Schoeters en Tom Lanoye, als van Maarten Inghels zelf. 

Wie goed kijkt, ontdekt in de automaat ook vliegtuigjes gevouwen van oude landkaarten en atlassen. Wil jij literatuur ook mee verspreiden in de straten? Haal je papieren vliegtuigje in de Bib op het H. Heymanplein (tot 30 april 2025).

︎ THE INVISIBLE ROUTE

‘The Invisible Route’ zijn kaarten voor de voetganger om ongezien de stad te kruisen. De kaarten tonen het uitgebreide netwerk van publieke en private camera's in steden en de laatste route om onzichtbaar te blijven in de gecontroleerde publieke ruimte. "Het is altijd mijn verlangen geweest om onzichtbaar te zijn en deze kaart is daar een hulpmiddel voor", vertelt Maarten Inghels.

‘The Invisible Route’ eist op poëtische wijze het recht op om onzichtbaar te zijn en speelt in op eerdere motieven uit zijn werk: de frictie tussen openbaarheid en het private. Hij maakte kaarten voor Antwerpen (2017), Hasselt (2019) en dit jaar ook voor Sint-Niklaas (2025).

De kaarten kan ter gelegenheid van NAFT kunstexpo nog tot zondag 25 mei 2025 bewonderen in het SteM. Hier kan je ook een eigen, gratis papieren versie halen zodat je zelf de 'Invisible Route' doorheen onze stad kan wandelen.

︎ TERRA INCOGNITA


...

The Invisible Route


‘The Invisible Route’ zijn kaarten voor de voetganger om ongezien de stad te kruisen. De kaarten tonen het uitgebreide netwerk van publieke en private camera's in steden en de laatste route om onzichtbaar te blijven in de gecontroleerde publieke ruimte.

‘The Invisible Route’ eist op poëtische wijze het recht op om onzichtbaar te zijn en speelt in op eerdere motieven uit Inghels’ werk: de frictie tussen openbaarheid en het private. Deze kaarten zijn het resultaat van zijn dwaaltochten in Antwerpen (2017), Hasselt (2019) en Sint-Niklaas (2025).

The Invisible Route


‘The Invisible Route’ are maps for the pedestrian to cross the city without being seen by camera’s. These maps show the extended network of camera’s in cities and the last and only route to remain invisible in the controlled public space.

‘The Invisible Route’ poetically claims the right to be invisible and plays on earlier motifs in Inghels’ work: the friction between public and private. These maps are the result of his wanderings in Antwerp (2017), Hasselt (2019) and Sint-Niklaas (2025).


︎ Maarten Inghels, The Invisible Route in Antwerp as walked on June 21, 2017, 2019 100 x 141cm, Fine art inkjet with hand painted pattern, framed.

︎ Maarten Inghels, The Invisible Route in Hasselt as walked on June 13, 2019, 2019 70 x 100cm, Fine art inkjet with hand painted pattern, framed.

︎ Maarten Inghels, The Invisible Route in Sint-Niklaas as walked on April 20, 2025, 2025 70 x 100cm, Fine art inkjet with hand painted pattern, framed.


︎ Read the interview on Atlas Obscura
 

︎ In 2017 maakte Inghels een eerste editie voor de voetganger in Antwerpen om van het noorden naar het zuiden door de stad te wandelen. De kaart verscheen als object bij Oogst Magazine nr. 11, begeleid door een essay (met dank aan het Middelheim Museum Antwerpen).

︎ In 2019 maakt Inghels een route om onzichtbaar Hasselt te doorkruisen. Hij nodigde iedereen uit om alle data over camera’s in de publieke ruimte van Hasselt te verzamelen. De Hasseltse editie van deze kaart was te zien op de groepstentoonstelling van het Festival van de Controle in Cultuurcentrum Hasselt (gecureerd door Sarah Van Marcke en Thierry Vandenbussche).

︎ In 2025 maakte Inghels The Invisible Route in Sint-Niklaas voor de groepstentoonstelling Naft. De gratis af te halen vouwkaart ontstond in het kader van zijn residentie als huiskunstenaar van MAP-Mercator (Musea aan het Park) het gloednieuwe museum rond cartografie dat eind 2025 de deuren opent.





In ‘World Cup of Trees’ spelen twee bossen een honderd jaar durende wedstrijd door langzaam naar elkaar toe te groeien. Elf inheemse bomen spelen tegen een mix van elf uitheemse bomen. Het kunstwerk is een ode aan de traagheid, het zwijgen en de verbroedering onder volkeren. Ik wil onderzoeken wat inheems en uitheems is en hoe de Westerling het exotische koloniseert. En met welk soort natuur kunnen we ons op lokaal niveau wapenen tegen de klimaatopwarming?



Wat oorspronkelijk begon als een gedicht met het plan om dit veld echt aan te leggen, zijn er naast een maquette en tekening, werken ontstaan met voetbaltruitjes van boomschors en panini kaarten van de spelers.

De sculpturen en tekeningen werden getoond in de expo Het voorstel #3 (CC De Steiger, Menen) en op Art Rotterdam 2025 (booth Coppejans Gallery).


︎ Bekijk op Galleryviewer


Op een stuk grond ter grootte van een voetbalveld worden 22 bomen in een strategische opstelling geplaatst (doelman, verdedigers, middenvelders, aanvallers). De veldlijnen rond het bos worden aangeduid met witte krijtlijnen. Het kunstwerk is een ode aan de traagheid, het zwijgen en de sportiviteit of verbroedering onder volkeren. Het werk klaagt op humoristische wijze het verdwijnen van de natuur aan, en het identiteitsdebat over wie waar thuis hoort.

Elf inheemse bomen spelen tegen een mix van elf uitheemse bomen. De boom speelt mee in één van de grootste economische sportrituelen van de mens, de Wereldbeker, en draagt het spreekwoordelijke truitje van eigen bodem. Maar wat te doen met de ploeg van de bezoekers die wortel schiet in het gastland en niet meer weg gaat? Wat betekenen inheemse soorten als uitheemse soorten (geïmporteerd als gevolg van globalisatie) hier steeds beter gedijen (door de klimaatopwarming)?

Ik geloof dat de grootste daad van verzet (in het dichtbebouwde België) het planten van een zonevreemd bos is. Het is tegelijk een hoopvol signaal naar de klimaatopwarming toe.
Voor de inheemse boomsoorten van ‘World Cup of Trees’ wordt zoveel mogelijk gewerkt met
autochtone rassen, zoals nogal rigoureus bepaald door het Agentschap Natuur en Bos:

“Een plantensoort is inheems in Vlaanderen, als Vlaanderen in het natuurlijk verspreidingsgebied van de soort ligt. Als die plant bovendien van oorsprong inheems is, spreken we van een autochtone plant. Of in iets technischere bewoording: een plant is autochtoon in een bepaalde streek in Vlaanderen, als hij een nakomeling is van planten die zich sinds hun spontane vestiging na de laatste ijstijd altijd natuurlijk hebben verjongd; of als hij een nakomeling is van planten die kunstmatig werden vermeerderd met alleen lokaal materiaal. Een zomereik afkomstig uit de Balkan is dus niet autochtoon in de Vlaamse Ardennen, hoewel de soort zomereik inheems is in Vlaanderen.”




WORLD CUP OF TREES

Hooggeacht lid
van de commissie.
Met dit schrijven dien ik
een voorstel in voor de creatie van
een museum van bomen
dwz
op een stuk grond
ter grootte van een voetbalveld
worden tweeëntwintig jonge bomen
in een strategische opstelling geplaatst
(vier drie drie).

Elf inheemse bomen spelen tegen
een mix van elf uitheemse bomen
een honderd jaar durende wedstrijd
door langzaam naar elkaar toe te groeien.

(…)



Fragment uit het gedicht ‘World Cup of Trees’.

Poet and Vagabond
Antwerp, Belgium